Lezingencycli

 

 

 

 

 

In deze lezingencyclus worden diverse spanningsvelden die voortdurend in de kunst aanwezig zijn onder de loep genomen.

 

 Wat is de zin van kunst?

 Lezing 1: Imponeerzucht en belangeloos welbehagen

Wat is schoonheid en waarvoor wordt ze gebruikt?

 

Kan jij precies omschrijven waarom je iets mooi vindt? Meestal lukt dat niet en is mooi,…gewoon mooi. Toch zal ik in deze lezing een poging doen om te omschrijven wat er in ons gebeurt als we diep onder de indruk raken van  iets moois.

Hoewel het streven naar schoonheid een van de belangrijkste drijfveren van de kunstenaar is, is zij niet de enige.

 

Veel minder hoogstaande zaken zoals het streven naar roem zijn net zo sterk aanwezig. Ondanks de grote tegenstelling tussen beide motieven zal ik in deze lezing laten zien dat zij samen de economische motor van de kunstgeschiedenis zijn.

  Lezing 2: Schoonheid en waarheid

Wat is de relatie tussen stijl en inhoud?

 

Hoe sta jij in het leven? Vrolijk, optimistisch, gereserveerd, kritisch of melancholisch? Denk je dat dit invloed heeft op de manier hoe je over de realiteit en de mens nadenkt?

 

Wij hebben natuurlijk meteen de neiging om met ja te antwoorden. Diezelfde vraag wordt in de kunstwereld als volgt gesteld: Heeft een

bepaalde stijl (= schoonheidsideaal) invloed op de inhoud van een kunstwerk? En ook hier wordt deze vraag al heel snel met ja beantwoord. In deze lezing wil ik aan de hand van een aantal kunsttheorieën laten zien dat dit spontane ja iets te voorbarig is en dat het leven en de kunst gelukkig iets ingewikkelder en daardoor ook boeiender in elkaar zitten.

 Lezing 3: Abstractie en realisme

Waarom beweegt de westerse schoonheidsbeleving in de loop van de eeuwen tussen deze twee polen heen en weer?

 

Weet jij hoe God eruit ziet? En de Liefde? Dit soort grote filosofische thema’s kunnen niet in zintuiglijke herkenbare beelden gevangen worden, zonder iets platvloers en leugenachtigs op te roepen. God is immers geen oude man met een lange witte baard en de Liefde is

geen vrijend stel. Dat is ook de reden waarom elke godsdienst met het beeldverbod geworsteld heeft en kunstenaars zich met enige regelmaat collectief uit de zintuiglijke schoonheidsbeleving terugtrekken.

Toch heeft “het gewone volk”  (wie is dat?) behoefte aan herkenbare beelden van dit soort grote onderwerpen. Dit spanningsveld is het centrale onderwerp van deze lezing.

 Lezing 4: Wat is de zin van kunstgeschiedenis?

Geloof jij dat het leven vroeger minder goed was dan ons leven nu? En geloof jij ook dat het leven straks beter zal zijn dan het onze? Voor de geschiedenis van de techniek roepen deze vragen weinig problemen op. De trein is vele malen sneller dan de koets en smartphones zijn beduidend efficiënter en veelzijdiger dan de eerste telefoontoestelen.

 

Maar hoe zit dat met andere cultuurverschijnselen? Kunst bijvoorbeeld. Is moderne kunst beter dan de kunst uit het verleden? Was Karel Appel een betere schilder dan Jan van Eyck? Appel is immers later geboren en weet dus meer van de kunstgeschiedenis? Een hele andere vraag. Wordt je sneller ontroert door een kunstwerk als je er kunsthistorisch meer vanaf weet? Allemaal moeilijke vragen. Ik probeer ze in deze lezing in een historisch perspectief te plaatsen.

 Kunst is bewustwording…

   … en bewustwording is een kunst, levenskunst

De kunstenaar werkt met beide gegevens en zijn oeuvre is een neerslag hiervan. Als toeschouwer mogen wij hieraan deelnemen door zijn werk te bekijken. Dat kijken vergt wel enige oefening. Het gaat immers niet alleen om de beleving van mooi en lelijk. De kunstenaar confronteert ons ook met goed en kwaad, waar en niet waar en de verdere zin en onzin die aan ons leven kleeft.

 

 

“Kunst drukt de betekenis van het leven uit en stimuleert tot een grotere intensiteit van leven”

                                                                 (Henry Moore)

 

In deze lezingencyclus wordt het oeuvre van zes kunstenaars besproken. Hun kunsthistorische betekenis staat niet centraal maar de levensinzichten die zij door middel van hun werk aan ons doorgeven. Zo word je door hen op een verrassende, choquerende, ernstige of ludieke manier geconfronteerd met vele zaken die je na aan het hart gaan, omdat het ook om jouw leven en bewustwording gaat. De zes kunstenaars zijn:

Jheronimus Bosch, een normaal leven in bizarre beelden

“In het oeuvre van Bosch laat ik de kernpunten zien van het geestelijke groeiproces van de mens. Hoe hij zich kan ontwikkelen van onbewust groepslid tot een autonoom geestelijk wezen. Omdat Bosch in de late middeleeuwen leefde, wordt dit verhaal in de christelijke beeldtaal verteld. Toch blijft zijn beeldverslag van ons leven nog steeds boeiend en actueel.”

 Kanttekeningen vooraf

“In deze lezing beschrijf ik de overgang van de christelijke naar de wetenschappelijke cultuur. Hiervoor bespreek ik enkele thema's uit de Kritiek van de zuivere rede van de filosoof Immanuel Kant, vandaar de titel van deze lezing. Door de huidige cultuurovergang leven wij geestelijk in een gespleten situatie.

 

Het oude godsdienstig denken is ons vreemd geworden, maar het nieuwe wetenschappelijk denken geeft niet voldoende antwoorden op onze grote levensvragen. In het oeuvre van de Italiaanse schilder Giorgio de Chirico komt dit spanningsveld zeer herkenbaar naar voren.”

 Pablo Picasso

“Alvorens het oeuvre van Picasso te bekijken, bespreek ik enkele veranderingsprocessen waar we mee te maken kunnen hebben. We beginnen dicht bij huis, door te bestuderen hoe wij onze woning inrichten en eindigen bij de grote culturele cycli van opbloei en ondergang. Na deze inleiding heb je genoeg kennis opgedaan om Picasso’s rebelse breuk met de realistische schilderkunst stap voor stap te volgen.”

 Marcel Duchamp

"In de twintigste eeuw begint een emancipatieproces waardoor de beeldend kunstenaar gelijkwaardig wordt aan de schrijver en de filosoof.

 

Elk emancipatieproces heeft steeds twee aspecten. Naar de betrokkene zelf toe is dat de opwaardering van het eigene en naar buiten toe de doorbreking van de opgelegde beperkingen. Duchamp heeft als eerste een grote bijdrage aan dit laatste aspect geleverd door het penseel aan de kapstok te hangen om daarna met de realiteit te gaan spelen. Al doende maakt hij ons met zijn kunst - werken duidelijk hoe (stroef) wij met waarden en normen omgaan."

 Wassily Kandinsky

“De kunstenaar die abstract gaat werken moet de verhalende inhoud nu uit de verf zelf halen. Zoals de neger in de jaren zestig van de vorige eeuw zei "Black is beautiful" zo luidt het statement van de abstracte kunstschilder "ook verf is diepzinnig".

 

Deze opwaardering van het eigene vergt van de toeschouwer wel een andere manier van kijken. Daarom start ik deze lezing met de vraag: Hoe nemen eigenlijk waar?”

 Piet Mondriaan

“Terwijl Kandinsky vanuit een intuïtieve levenshouding aan de pure abstractie werkte, verbond Mondriaan allerlei morele en ideologische betekenissen aan zijn abstracte schilderijen. Hierdoor was hij bijna in de fuik van het dogmatisme vastgelopen. Maar gelukkig dwong het streven naar schoonheid hem om open te blijven staan voor het nieuwe en onbekende. Echte levenskunst, dus!”

Terug naar boven

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Deze lezing kan ook los aangevraagd worden via het contactformulier

Alle lezingen kunnen los aangevraagd worden via het contactformulier.

Voor praktische informatie (plaats, tijd, prijs) Klik Hier

Harrie Frijns © 2015